Door: Tessa van der Steen
We zien het in onze praktijk steeds vaker: gezondheidsklachten die veroorzaakt worden door parasieten. Buikpijn, opgezette buik, winderigheid, diarree, jeuk en huidklachten zijn de meest voorkomende symptomen. Maar ook energieklachten, haaruitval, hoofdpijn of migraine, pijnlijke gewrichten en zelfs auto-immuunziekten kunnen een grondslag hebben in een besmetting met parasieten.
Een parasiet is een organisme dat zich hecht aan een gastheer en daardoor schade aanricht. De parasiet gebruikt de gastheer als voeding waardoor deze verzwakt. Parasieten komen voor bij mensen, planten en dieren: luizen, vlooien of wormen zijn parasieten. De malaria parasiet dringt de rode bloedcel binnen en infecteert zo zijn gastheer. In ons land zijn darmparasieten de meest voorkomende parasieten.
Darmparasieten kunnen worden ingedeeld in: eencellige organismen en wormen.
Je kunt een worminfectie oplopen en ziet dan duidelijk kleine witte wormpjes krioelen in de ontlasting.
Er zijn 5 vormen eencellige darmparasieten:
De amoebe die van vorm kan veranderen: Entamoeba histolytica
Een cel met trilhaartjes: Balantidium coli
Een cel met zweepdraden, flagellaat: Giardia lamblia
Gistachtige parasieten: Blastocystis hominis
Sporenvormers die de cel binnendringen: Cryptosporidium
Eencellige darmparasieten leven slechts 1 uur buiten het lichaam en sterven dan af. De parasiet kan een heel hard schilletje vormen en zich inkapselen, dit is geen eitje maar een cyste. In cystevorm kan de parasiet een half jaar in leven blijven buiten het lichaam.
Hoe krijg je ze?
Van andere mensen of huisdieren die besmet zijn, besmet water en besmette voeding.
Water en grond kunnen besmet zijn met parasieten in cystevorm. Denk aan een zandbak waar katten poepen of de moestuin waar uitwerpselen van besmette dieren in contact komen met voedsel. In een restaurant kan je ze krijgen van een kok die geen schone handen heeft of je loopt een besmetting op na bezoek van een besmet toilet.
Lab onderzoek
Parasitair onderzoek was aanvankelijk gebaseerd op het aantonen van cysten. Omdat cysten lange tijd in de ontlasting blijven bestaan en omdat zij zeer hard zijn, zijn ze betrekkelijk gemakkelijk te vinden. In het laboratorium past men een concentratietechniek toe (de ontlasting wordt in een vloeistof afgedraaid met de centrifuge en men kan zo de cysten scheiden en aantonen).
Er zijn ook parasieten die geen cysten maken, de parasiet is dan aan te tonen door middel van fixatie met een speciale vloeistof, een drie-daagse ontlastingtest (TFT) en gentechnieken, PCR.
Dientamoeba fragilis
De dikke darmparasiet die het meeste voorkomt, is Dientamoeba fragilis. Het grootste deel van de mensen met darmklachten blijkt deze parasiet bij zich te dragen. Darmklachten staan vaak niet voorop, wel moeheid, haaruitval en soms ook huid- of gewrichtsklachten. Men kan in de praktijk grote successen boeken door een Dientamoeba fragilis besmetting op te sporen, want veel mensen zijn al jarenlang vermoeid zonder dat er ooit een oorzaak is gevonden. Nadat de parasiet weg is, keert de energie weer terug. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle vermoeidheid door deze parasiet wordt veroorzaakt. Het komt ook voor dat nadat de parasieten weg zijn, de vermoeidheid nog steeds bestaat en deze een andere oorzaak had.
Facts Dientamoeba fragilis:
1. Is alleen door de TFT of PCR test aan te tonen.
2. Komt vaak samen voor met Blastocystis hominis.
3. Overdracht kan ook via wormpjes plaatsvinden, dus dan ontwormen.
4. Hele familie na laten kijken en iedereen tegelijk behandelen.
5. Controle na behandeling door middel van een herhalingstest is van belang.
Behandeling:
Wij kiezen nadat de testuitslagen binnen zijn voor een combinatie van verschillende kruiden om de Dientamoeba en/of de Blastocystis te behandelen.
Voeding:
Wij raden een anti-candida dieet aan: geen suiker, geen zoet fruit, geen/weinig brood en zetmeelrijke voeding. Veel vezels, groenten en voldoende eiwitten zoals vette vis.
De meest voorkomende manieren van besmetting zijn:
1. Het toilet
Met name de kraan of de deurknop. Vooral in toiletten in het buitenland waar geen goede hygiëne heerst.
2. Contact met ontlasting
Bijvoorbeeld in de verpleging, psychiatrische instituten of peuterspeelzaal. Ook loodgieters en mensen die in de vuilverwerking werkzaam zijn hebben een verhoogd risico.
3. Via voeding
a. Parasieten kunnen worden overgedragen via voedsel: wanneer de grond cysten van parasieten bevat, kunnen ook de groenten besmet raken. Men wordt vooral besmet door de handen van het keukenpersoneel. Verse ontlasting kan, zowel thuis als in een restaurant, worden overgedragen op het brood, fruit of rauwe groenten. Alleen heet voedsel dat met een lepel wordt opgeschept en dus gebakken, gekookt, gegrild of gefrituurd voedsel dat niet met de hand wordt aangeraakt, is veilig.
b. In het buitenland kan men besmet worden door "vuil" water te drinken of groenten te eten die daarmee zijn gewassen. Controleer in een restaurant of de dop van de fles mineraalwater gesloten (verzegeld) is, zodat deze niet met kraanwater kan zijn bijgevuld.
4. Tijdens de bevalling kan de baby besmet worden door ontlasting van de moeder, wanneer de moeder besmet is met parasieten. Veel kleine kinderen met darmklachten zijn op deze wijze besmet geraakt. Het is van belang om altijd de moeder na te kijken wanneer het kind parasieten heeft en vice versa.
5. Tijdens seksueel contact kan men met de ontlasting van de partner in aanraking komen.
Wanneer testen?
Bij klachten raden wij aan om een drie-daagse TFT (tripple feces test) te doen. Een dag ontlasting inleveren is niet voldoende. De cysten of resten van parasieten komen veelal maar eens per 3 dagen met de ontlasting mee naar buiten.
Wanneer er sprake is van winderigheid, opgeblazen gevoel of andere symptomen, brijige ontlasting, of zachte ontlasting eens per drie dagen, is het zinvol op parasieten te testen.
Mail ons op: info@yourhealthcoach.nl indien je meer informatie wilt of een TFT wilt aanvragen.